Cijfers belastingen 2025
Het Belastingplan wordt ieder jaar op Prinsjesdag bekendgemaakt. De plannen worden daarna besproken door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Bij akkoord gelden ze meestal vanaf 1 januari van het eerstvolgende jaar. Bekijk in dit bericht de tarieven voor 2025 van de Successiewet, Erfbelasting, Schenkbelasting en de Overdrachtsbelasting.
In 2025 gelden de volgende tarieven:
Successiewet
Belaste verkrijging | I. Partners en kinderen | IA. Kleinkinderen | II. Overig |
0 € 154.197 | 0 10% | 0 18% | 0 30% |
€ 154.197 en hoger | € 15.419 20% | € 27.755 36% | € 46.259 40% |
Vrijstellingen erfbelasting
Partner | € 804.698 |
Invalide kind | € 76.453 |
Kind | € 25.490 |
(Kleinkind) | € 25.490 |
Ouder | € 60.359 |
Overige verkrijger | € 2.690 |
Pensioenimputatie | € 207.886 nooit lager dan dit bedrag |
Vrijstellingen schenkbelasting:
Kind | € 6.713 |
Eenmalig door ouders aan kind 18-40 jaar; bestedingsvrij | € 32.195 |
en met verhoging betaling studie | € 67.064 |
overige verkrijger | € 2.690 |
Overdrachtsbelasting
De algemene overdrachtsbelasting bedraagt 10,4%. Bijvoorbeeld voor een woning welke niet als hoofdverblijf dient. Dit tarief geldt ook voor overig vastgoed, tenzij er sprake is van een met BTW belaste levering. Per 1 januari 2026 zal dit 8% worden.
Voor de verkrijging van woningen geldt het verlaagde tarief van 2% mits de woning voldoet aan het hoofdverblijfcriterium.
De startersvrijstelling is 0% mits eenmalig, jonger dan 35 jaar, een koopsom lager dan € 525.000 en de woning het hoofdverblijf is.